alain-hoeckx-bloedgeven

Acht keer bloed gegeven, deze keer op heilige grond

Gisteren mocht ik weer mijn bijdrage leveren als bloeddonor, voor de achtste keer ondertussen. Deze keer niet in een anoniem zaaltje, maar op Tribune 4 van de Bosuil, de heilige grond van menig Deurnenaar.

Het was een bloedhete dag, letterlijk en figuurlijk, maar wat is er mooier dan op een warme dag anderen helpen die het nodig hebben? Bij het binnenkomen zag ik meteen heel wat andere Antwerp-supporters die niet enkel voor hun club komen supporteren, maar ook voor mensen die een zakje bloed broodnodig hebben. Deurne toont zich op zulke momenten van haar beste kant.

Voor wie het niet wist: ik heb O-negatief bloed. Dat betekent dat mijn bloed bij iedereen gebruikt kan worden in noodgevallen. Het is letterlijk bloed dat broodnodig is, omdat het levens kan redden wanneer er geen tijd is om te testen welke bloedgroep iemand heeft. Dat is ook de reden waarom ik blijf doneren, en ik hoop dat anderen die kunnen en mogen dat ook doen.

Het Rode Kruis organiseert al enkele jaren bloeddonaties op de Bosuil, omdat de voorraad in de zomer vaak slinkt. En ja, het werkt: meer dan 150 mensen kwamen opdagen, een mooi bewijs dat kleine gebaren samen een groot verschil maken.

Terwijl ik in de ligstoel lag, kon ik nog net een blik werpen op het veld om thuis te rapporteren hoe de werken vorderen (altijd handig als districtsschepen van Deurne). Dat maakt deze locatie bijzonder: de plek waar je meestal je stem verheft bij een goal, wordt plots een plaats waar je even stil wordt bij de waarde van gezondheid en solidariteit.

Bloed geven doet geen pijn, maar kan wel levens redden. Daarom blijf ik het doen. En ik hoop dat jij het ook eens overweegt, als je dat kan en mag. Want hoe klein je bijdrage ook lijkt, voor iemand anders kan het het verschil maken tussen leven en dood.

Bedankt aan het Rode Kruis en Royal Antwerp voor de organisatie en aan iedereen die gisteren, net als ik, een halfuurtje van hun tijd gaf om een ander te helpen.