In Peaky Blinders-outfit tussen de kleurrijke gevels van de Unitaswijk
Deurne-Zuid heeft een wijk die honderd jaar oud werd, maar die jonger aanvoelt dan ooit: de Unitaswijk. Op haar eeuwfeest kreeg deze charmante tuinwijk de stoet die ze verdient, in volle jaren twintigstijl. En ja, ook ik liet me gaan in een Peaky Blinders-outfit, want als we iets vieren in Deurne, dan doen we het goed.
De Unitaswijk is zo’n plek waar buren elkaar nog begroeten als ze buitenkomen, waar kinderen op straat spelen, en waar je tijdens een wandeling even stilstaat om naar de gevels te kijken. Kleurrijke details, originele voordeuren, veel groen: dingen die het verschil maken in een stad.
Dat was niet altijd vanzelfsprekend. Zoals ik daar ook zei:
“In de jaren zeventig is er veel mismeesterd, maar kijk vandaag hoe sterk de bewoners opnieuw kiezen voor authentieke details, originele kleuren en erfgoedbehoud. Het toont hoe krachtig deze buurt is.”
Ik meen dat ook. Erfgoed is meer dan bakstenen: het is de band die buren verbindt, het gevoel van thuis in je straat, het ritme van kinderen die roepen als ze verstoppertje spelen. De Unitaswijk ademt dat, al honderd jaar.
Tijdens de viering mocht ik samen met Tjerk, Elke en de rest van het college een monument onthullen dat herinnert aan deze bijzondere verjaardag. En het mooiste? De tientallen buurtbewoners die erbij waren, van jonge gezinnen tot mensen die hier al meer dan vijftig jaar thuis zijn, allemaal met een glimlach, een pintje, en trots in de ogen.
Deurne is in beweging, maar verankerd in haar wijken. En zolang ik schepen mag zijn, zal ik dat blijven bewaken. Voor de Unitaswijk, en voor elke straat waar we elkaar nog gewoon goeiedag zeggen.