Wat er onder onze voeten ligt, is soms meer dan een buis
Soms valt het je pas op als je er écht op begint te letten. Een buis hier, een kabel daar. Oranje, slordig, wat verloren in het straatbeeld. Tijdens mijn wandelingen door Deurne – en zeker de laatste weken – merkte ik ze steeds vaker op. En ik ben duidelijk niet de enige.
Tijdens een recent overleg met Fluvius heb ik daarom even de tijd genomen om dat gevoel te benoemen. Niet als verwijt, wel als bezorgdheid. Want als schepen voel ik ook mee verantwoordelijkheid. En als voetganger, bewoner, Deurnenaar… zie ik vooral waar het beter kan.
Op sommige plekken liggen die oranje buizen al jaren te wachten op wat komt. Een heraanleg, nieuwe verlichting, betere tijden. Maar intussen ligt het daar wél – soms los, soms scheef, soms op een plek waar dagelijks mensen passeren. En dan wordt het iets dat stoort. Of erger: iets dat gevaarlijk wordt. Denk aan kabels die uitsteken, buizen midden op het voetpad, of plekken waar sluikstort zich nestelt in wat ooit een technische voorbereiding was.
Tijdens datzelfde overleg hebben we ook vooruitgekeken. Want stel dat alle straatverlichting in Deurne ooit volledig verLED is – wat kunnen we dan allemaal? Wel, veel. Dan zouden we bepaalde straten kunnen dimmen in plaats van ze volledig te doven. De lichtsterkte kunnen aanpassen naargelang het moment van de dag, de wijk of een evenement. Of – zoals we bespraken – tijdelijk meer licht voorzien op plekken waar de politie bijvoorbeeld camera’s inzet. Meer controle, meer veiligheid, zonder overlast.
Die toekomst is trouwens niet veraf. Als alles volgens plan verloopt, zal de volledige verLEDding van Deurne rond zijn tegen 2030. Dat lijkt misschien nog ver, maar de voorbereidingen zijn nu al bezig. En dat merken we – soms letterlijk – op ons trottoir.
Ik blijf dit opvolgen – met oog voor wat nu beter moet, én met goesting in wat er allemaal nog kan. Want als we samenwerken, kunnen we van elke straat in Deurne een plek maken waar het fijn en veilig wandelen is. Overdag én ’s nachts.