Oppositie zonder draagvlak is roepen in de woestijn
Mijn antwoord op het artikel in GVA van 2 juni 2025
“It’s the duty of the opposition to oppose.”
Die woorden zijn niet van mij, maar van Lord Randolph Churchill, een Britse politicus uit de 19e eeuw. Een wijze uitspraak, want het is inderdaad de taak van de oppositie om kritisch te zijn. Maar ik voeg er graag iets aan toe: wanneer ben je nog een gedragen oppositie?
De liberalen behaalden in Deurne bij de jongste verkiezingen exact 1,9% van de stemmen, oftewel 532 mensen. De man die vandaag het luidst roept in de media, kon 36 mensen overtuigen van zijn visie voor Deurne. Zesendertig. Niet genoeg om een lijn te trekken op een kladpapier, laat staan om het beleid te willen sturen.
Begrijp me niet verkeerd. Ik ben een vurige verdediger van onze democratie, ook wanneer dat betekent dat je af en toe stevig in de wind moet staan. En ik koester geen leedvermaak — ik weet maar al te goed dat het tij op een dag ook voor de N-VA kan keren. Maar als een lokale krant een artikel wijdt aan een partij die vandaag kritiek uit op plannen die ze in de vorige legislatuur zélf heeft goedgekeurd, dan vind ik dat bedenkelijk.
Participatie? Daar hebben wij meer dan degelijk op ingezet. Alleen is participatie iets anders dan veto-recht. Als je als bestuur nooit zou durven beslissen, zou er nooit één straat aangepakt worden in Deurne. En over die zogenaamde toveroplossingen met bedrijfsparkings en braakliggende gronden? Die hadden we graag maanden geleden al gehoord, tijdens de formele procedures. Toen bleef het stil.
Vandaag lijken sommigen vooral op zoek naar media-aandacht, en liefst met hun kop — letterlijk — in de krant. Dat je als partij een berichtje stuurt naar een journalist: tot daar aan toe. Maar dat een krant daar zomaar in meegaat? Dat zegt voor mij toch ook wel iets…
We bouwen verder aan Deurne. Met wie meewerkt, met wie bijstuurt, met wie durft denken in oplossingen. Niet met zij die schreeuwen vanop de zijlijn, zonder mandaat, zonder inhoud, zonder plan.