Over hondenpoep, poeppalen en een proper Deurne
Tijdens de districtsraad van oktober stelde een raadslid uit het uiterst rechtse spectrum een vraag over hondenpoep en de mogelijke invoering van zogenaamde hondenpoeppalen. Het onderwerp leeft bij veel bewoners, en terecht. Niemand wandelt graag door een park of over een stoep waar niet werd opgeruimd.
Toen ik in januari aantrad als districtsschepen voor Dierenwelzijn, heb ik dat thema meteen opgepikt. Een van de eerste voorstellen die ik toen deed aan de stad, was net dat idee van een proefproject met hondenpoeppalen. Het leek op het eerste gezicht een nuttige extra voorziening, zeker op plaatsen waar veel honden komen.
De stedelijke dienst Stadsreiniging onderzocht het voorstel grondig. Hun conclusie was even eenvoudig als duidelijk: poeppalen blijken in de praktijk weinig efficiënt. Ze brengen hoge onderhoudskosten met zich mee, trekken sluikstort aan en zorgen niet noodzakelijk voor een nettere omgeving. Antwerpen beschikt vandaag al over meer dan 4000 vuilnisbakken – de hoogste dichtheid in West-Europa – en ook in Deurne staan ze verspreid over de parken en hondenloopzones.
Dat betekent niet dat we stilzitten. Integendeel. In de meerjarenbegroting die in november op tafel ligt, voorzien we budgetten voor dierenwelzijn en een proper straatbeeld. Daarbij zetten we in op creatieve campagnes, sensibilisering en samenwerking met bewoners. Want een nette wijk begint bij iedereen die er woont.
De boodschap blijft eenvoudig: zakje nemen, oprapen, en in de vuilnisbak. Geen poeppaal die dat beter doet.
